Hoe kinderen omgaan met manipulatieve motoriek

Manipulatieve vaardigheden zijn het verplaatsen of gebruiken van een voorwerp met handen of voeten om een ​​doel te bereiken of een taak te voltooien. Voor fijne motoriek kan dat voorwerp een potlood of een knop zijn. Voor grove motorische vaardigheden kan het voorwerp sportuitrusting of speelgoed zoals vleermuizen, ballen , rackets of springtouwen zijn . Deze vaardigheden worden soms ook object-controlevaardigheden genoemd.

Typen manipulatieve vaardigheden

In het bruto-motorische gebied omvatten deze vaardigheden:

Activiteiten zoals het traceren van potlood, het stapelen van munten en het spelen van schijven vereisen daarentegen fijne motorische vaardigheden.

Wanneer en hoe manipulatieve vaardigheden zich ontwikkelen

Objectbesturingsvaardigheden zijn moeilijker voor kinderen om te beheersen, omdat ze complexer en uitdagender zijn dan motorische vaardigheden waarbij geen objecten betrokken zijn. Daardoor ontwikkelen ze zich naar andere grove motorische vaardigheden. Wanneer kinderen eerst manipulatieve vaardigheden leren , is het doel niet de volledige nauwkeurigheid (bijvoorbeeld een bal slaan bij een doelwit of deze naar een andere speler in een spel gooien).

Ze moeten eerst de basishandeling leren - bijvoorbeeld een bal gooien - voordat ze deze kunnen verfijnen.

Als u zich zorgen maakt over enig aspect van de fysieke ontwikkeling van uw kind, inclusief beheersing van manipulatieve vaardigheden, neem dan contact op met zijn arts of het vroege interventieprogramma van uw schooldistrict. Soms wordt fysieke of ergotherapie aangeraden.

Spellen om manipulatieve vaardigheden te ontwikkelen

Om deze vaardigheden te helpen ontwikkelen en bij te stellen, kunt u ook met uw kind deelnemen aan dergelijke activiteiten thuis:

Over de lijn: Verdeel een speelveld in tweeën met een lijn (gebruik krijt, tape of een verspringtouw om het te markeren). Leg aan beide zijden van de lijn een gelijk aantal zachte artikelen, zoals sjaals, opgerolde sokken, strandballen of lichtgewicht zitzakken. Laat kinderen de objecten over de lijn gooien, op de vloer aan de andere kant. Ze kunnen dan van kant wisselen en de items over de lijn naar de andere kant gooien. Maak het leuker door kleine knuffelbeesten te gebruiken en te doen alsof ze een rivier oversteken.

Trap het: Laat kinderen trainen met een grote strandbal of zachte schuimbal. Daag ze uit om te schoppen met hun favoriete voet en schakel dan over naar hun andere voet. Kijk of ze hun bal van een door jou gekozen plek kunnen schoppen en tegen een muur kunnen slaan; Verplaats ze geleidelijk verder van de muur. Je kunt ook een springtouw omhoog houden en kijken of ze de bal erover of eronder kunnen schoppen.

Bowlen: begin met grote, lichtgewicht pinnen (zoals lege bidonflessen van 2 liter). Ga vervolgens naar kleinere plastic flessen, voeg gewicht toe aan grote flessen of gebruik een bowling-set voor kinderen.

Sla de band aan: jonge kinderen genieten vaak van het beoefenen van het slaan door te drummen op potten en pannen met lepels of te spelen met andere speelgoedinstrumenten.